In gesprek met Cynthia Hathaway, initiatiefnemer Wool March
Op zondag 8 oktober 2023 zou voor de tweede keer de jaarlijkse Wool March plaatsvinden in Tilburg. Vanwege Blauwtong, een zeer besmettelijke schapenziekte, moest het evenement helaas verplaatst worden naar een latere datum. (nieuwe datum volgt)
De Wool March is een initiatief van ontwerper en wol onderzoeker Cynthia Hathaway en herder Bart van Ekkendonk bedoeld om aandacht te vragen voor de herwaardering van wol.
Voor Fibershed ging Andrea Van Acker in gesprek met Cynthia over haar initiatief, waarin ze samen met een kudde van 250 schapen en een lokale herder op pad gaat vanaf het TextielMuseum in Tilburg. Een symbolische route, in een stad die groot werd van de textielhandel, waar nu zo goed als niets meer van overblijft.
Cynthia Hathaway (Hathaway Designs)
Cynthia Hathaway is ontwerper en artistiek onderzoeker en promotor van wol. Zij is oprichter van WASA (Wool Alliance for Social Agency), Sweat(er)shop, Wool March en Wool Mountain Pakistan. Sinds 2022 is zij aangesloten bij Fibershed.
Wat wil je bereiken met de Wool March?
De Wool March gaat vooral over het samenkomen, als een soort inclusieve community, en om opnieuw publieke ruimte te kunnen claimen, om zo deze weer echt “publiek” te maken. De Wool March is als het ware de culminatie van de rest van mijn werk, dat eigenlijk altijd ging over het concept van de ‘commons’ en ‘transhumance’, en alles wat en wie dat er daarbuiten staat of gezet wordt.
Dat ik wol heb gevonden in deze context is een mirakel. Wol uit zich voor mij in dat opzicht als een leraar, het is zo een hoopgevend en tegelijkertijd hartverscheurend materiaal. De Wool March gaat dus ook om deze ervaring in zijn dualiteit letterlijk naar de straten te brengen, op een heel blijde manier. Ik wil heel bewust het geen zwaar en moeilijk thema maken, daar hebben mensen genoeg van gehad. De Wool March is dus een perfecte introductie in de wereld van wol, zoals het er vandaag uitziet.
Je brengt een heel duidelijke boodschap met de Wool March. Met schapen door de stad wandelen is een soort reflectie van het verleden en onze geschiedenis in een moderne stad, waar er eigenlijk geen plaats meer voor is. Hoe ziet de toekomst er voor schapenherders uit volgens jou?
De Wool March is een soort activistisch platform, een interventie in de ‘silo’landschappen, waar residentieel en agrarisch elkaar ontmoeten. Dat de Wool March in Tilburg begint, is niet meer dan logisch. Tilburg is ontstaan uit herderspaden. We zeggen duidelijk ‘wij komen van het platteland, en waren hier eerst’, en proberen ook te laten zien dat schapenherders een heel modern fenomeen zijn. Ze onderhouden de duinlandschappen rond de grote Nederlandse steden, ze zorgen voor biodiversiteit, … en het is eigenlijk dankzij hen dat we hier vandaag allemaal zijn.
De Wool March is dus echt een interventie, en ik probeer heel duidelijk te maken dat zelfs vanuit een visueel perspectief, wij de schapen en de herder volgen en niet andersom, omdat zij de leider zijn hier om weer ruimte te claimen.
Wol is iets waar de meeste mensen waarschijnlijk nooit echt over nadenken in hun leven. Wat zijn de reacties van mensen die je tegenkomt?
Ja… zowel tijdens de Wool March of tijdens viltworkshops die ik georganiseerd heb in verschillende buurten werden kinderen helemaal gek! Voor een workshop in een multiculturele wijk in Rotterdam bracht ik 12 schapen mee. De kinderen wisten helemaal niet hoe ze moesten reageren. Het was alsof ze naar een dier in de dierentuin keken. Ik moest meerdere malen ingrijpen als ze heel hard gingen schreeuwen en roepen, of proberen chocola en koekjes aan de schapen te geven. Maar zodra ze wat kalmer worden en leren dat het een ‘schaap’ is, dat ook zacht behandeld wil worden en geen vuilnis wil eten. Daarna beginnen de vragen langzaam te komen, maar het blijft jammer dat ze eigenlijk niet weten wat wol is, dat het aan een schaap hangt en dat het schaap leeft. Het getuigt van de gigantische afstand die we hebben van de rest van de wereld, we zien de slachthuizen niet, we zien de dieren niet. Oudere kinderen, tieners, zijn meestal niet echt geïnteresseerd. Dus ik vraag me af hoe we ook dingen kunnen maken die echt ‘cool’ zijn, en ook toevallig van wol zijn om ook hen aan boord te krijgen. Het is tijdens de universiteit dat ideeën van duurzaamheid echt naar boven komen, maar dan nog blijft wol een groot vraagteken. Vandaag zijn jonge mensen geen onderdeel van de Wool March, maar ik zou het graag anders zien in de toekomst. Een paar jonge kinderen zijn wel eens meegekomen, en zij vonden het fantastisch.
Welke effecten heb je allemaal gezien sinds de laatste keer dat je Wool March georganiseerd hebt?
Er is zeker meer aandacht voor de Wool March, ik word regelmatig gevraagd om erover te spreken. Maar om eerlijk te zijn, één Wool March is niet genoeg. We gaan het vaak moeten doen, en het gaat lang duren voor er echt iets verandert. Ik weet dat zodra die vonk er is, dat het vuur snel zal aanslaan. Op dit moment is het nog maar een druppel. Maar ik wil het gewoon doen, en de reacties erop zijn daarom ook gewoon heel eerlijk en organisch. We hebben heel weinig advertenties of promoties. Ik probeer de balans te vinden tussen iets dat te gepland of te commercieel is, en iets dat heel spontaan en ook wat verrassend is. Ik wil dat het iets heel ‘gewoon’ wordt. Dat het een soort dag wordt van transhumance, dat in elke grote stad in Nederland, in Europa of in de wereld er aandacht geschonken wordt aan de devaluatie val wol, het samenzijn en samen wandelen, aan mobiliteit. In Frankrijk doen ze dit nog steeds, tijdens festivals waar duizenden schapen door de dorpen komen op weg naar de bergweides. Iedereen komt de straat op en ze vieren wol en kaas en melk en vlees. De sfeer is zo aanstekelijk, ik zou graag iets gelijkaardigs terug zien hier.
De Wool March lijkt me bedoeld om wol terug in het straatbeeld te brengen, maar ook in onze hoofden en dus ook in onze kleerkast. Je werkt nu al jaren met wol, en het is geen kleine missie. Wat heeft je het meest verrast in al die tijd?
Het idee voor de Wool March had ik jaren geleden al in m’n hoofd. Dit gekke idee is gewoon realiteit geworden!
Als mensen in aanraking komen met wol dan verandert er iets in hen. Ze zien hoe mooi wol is, het is erg nieuw maar ook heel bekend. Voor sommigen is het zelfs heel emotioneel, het doet hen denken aan hun grootouders, of het brengt hen terug naar de kindertijd waar ze vaak herders door hun straat zagen lopen.
Wol begint een beetje een ‘buzz’ te krijgen met de design en modewereld hier; spinnerijen worden opgezet, designscholen werken met wol en sporen hun studenten aan om met wol te experimenteren. En ja, het is zo mooi om te zien dat als ik wol naar buiten breng, dat mensen naar me toe komen. Jong en oud, man en vrouw, van alle culturen, ze herkennen het. Die connectie die we hebben, allemaal, met dit materiaal is zo mooi. En, mensen WILLEN het! Als de Turkse gemeenschap weet dat er wol in de buurt is, willen ze het allemaal hebben! Ze maken er mooie vulling van, of spinnen het zelf, en het is zo mooi om te zien dat dit iets is dat voor hen net zo bekend is als het voor ons is.
Ik krijg gelukkig veel steun van de mensen om me heen. Men begint te begrijpen dat het niet enkel gaat om een textielvezel, maar om mensen en dieren weer als het ware samen te weven in een multicultureel, multi-purpose, multidisciplinair tapijt.
Laten we samen wandelen.
Dit artikel is geschreven door:
Andrea van Acker
Andrea heeft jarenlang gewoond en gewerkt in het Midden-Oosten met traditionele wol- en zijdeproducten. Zij deed onderzoek naar strategische interventies voor het opschalen van de lokale wolindustrie in Zweden, wat haar liefde voor lokale textielketens en mensen samenbrengen heeft aangewakkerd. Voor Fibershed schrijft zij regelmatig artikelen en zij is betrokken bij fondsenwerving en social media.